©2008, 2009 Alle rechten voorbehouden
Een wandeling door de geschiedenis van Joods Amsterdam.
Als geen andere stad in Nederland heeft Amsterdam een joodse geschiedenis.
Al vele eeuwen wonen er Joden in Amsterdam.
U kent vast wel de koosnaam ‘Mokum’ voor Amsterdam.
t is Jiddisch voor “grote stad”.
Huis de Pinto in de Sint Anthoniesbreestraat
Aan het einde van de zestiende eeuw kwamen de eerste Spaanse en Portugese (Sefardische) joden naar Amsterdam.
S’farad is het Hebreeuwse woord voor Spanje.
In eigen land werden deze Joden door de rooms-
Eerst vestigden ze zich in Antwerpen, maar na de val van deze stad in 1558 kwamen ze naar Amsterdam.
In die tijd was het de joden weliswaar officieel verboden om in het openbaar hun godsdienst te belijden.
Toch werd er in 1614 een stuk grond, net buiten Amsterdam, gekocht om te dienen als joodse begraafplaats en in 1639 kon de eerste openbare synagoge worden ingewijd.
U ziet, gedogen is in Amsterdam een eeuwenoude praktijk.
Portugese Synagoge
De Hoogduitse Joden komen naar Amsterdam.
Rond 1620 kwamen er vervolgens veel Hoogduitse (Asjkenazische) joden naar Amsterdam.
Deze joden kwamen uit Oost-
Joden werden daar vervolgd en vermoord.
In Amsterdam hoefden de joden niet voor hun leven te vrezen.
Maatschappelijk bestond er en groot verschil tussen de Sefardische en Asjkenazische Joden, zowel qua taal als qua welstand.
De rijke Portugees -
Numeriek kregen de Asjkenazische Joden de overhand.
Joods Historisch museum -
De maatschappelijke positie van de Joden in Amsterdam.
Het was joden verboden om in gildenverband te werken, zodat zij op zoek moesten naar nieuwe beroepen, zoals diamantbewerker en zijdewever.
Daardoor bleef joodse gemeenschap erg gesloten.
Door de vele verboden leefden vooral de Hoogduitse joden in grote armoede.
Aan het begin van de negentiende eeuw waren de Amsterdamse joden nog steeds werkzaam in dezelfde beroepen.
Zij vormde een eigen wereld in Amsterdam, met een eigen taal en een eigen religie.
De Joden vervolging in Amsterdam in de 2e Wereldoorlog.
Tijdens de 2e wereldoorlog hebben de Duitsers de vervolging en het uitmoorden van de joden met een grote mate van misdadige perfectie uitgevoerd.
In 1941 leefden er in Amsterdam bijna 80.000 Joden, in 1945 waren er nog maar 11.000 over.
Joden mochten vanaf 15 september 1941 niet meer naar restaurants, parken, cafés en schouwburgen.
Ook mochten Joden niet meer optreden in openbare gelegenheden.
De Dokwerker -
Een maand later veranderden de nazi’s de naam van de Hollandsche Schouwburg in Joodsche Schouwburg.
Joodse artiesten, die niet meer voor niet-
De ontslagen joodse musici van de belangrijkste Nederlandse orkesten organiseerden zich in Joodse orkesten.
Zo bestond het Joods Symfonieorkest uit 75 topmusici.
De joodse orkesten speelden veel muziek van joodse componisten.
Ook speelden in de Joodsche Schouwburg het Joods Kamerorkest, het Joods Amusementsorkest
en toneel,-
De Nieuwmarkt vormde de grens van de Joodse wijk.
Midden 1942 wezen de Duitsers de schouwburg aan als verzamelplaats voor Joden die op het punt stonden gedeporteerd te worden naar Westerbork en Vught, de eerste etappe op weg naar hun dood.
Silvia Grohs herinnert zich het volgende:
“Meteen toen ik binnenkwam wist ik dat er een ramp was gebeurd.
Het toneel was ontdaan van zijn decors en andere attributen en zag eruit als door een inbreker leeggeroofd huis.
De touwen die van de hoge lichtbrug bungelden leken stroppen van de beul.
De schilderijen en beelden waren verdwenen.
De stoelen van de orkestbak en de zaal waren uit de vloer gerukt en langs de muren gezet.
Alle lichten, behalve de noodverlichting, die gloeiden als bloedrode vuurvliegjes, waren gedoofd.”
De Hollandsche Schouwburg kreeg als verzamelplaats een dubbele functie: het was een meldpunt voor onmiddellijke deportatie maar ook een gevangenkamp voor langer verblijf van de slachtoffers.
Het verenigen van beide functies in dit gebouw, dat in het centrum van Amsterdam
aan een drukke laan in een woonwijk met veel niet-
De Hollandse Schouwburg aan de Plantage Middenlaan
In de Umschlagplatz Plantage Middenlaan, zoals de Duitse bezetter de Hollandsche Schouwburg ook wel noemde, werd bij binnenkomst iedereen geregistreerd.
Slachtoffers kwamen er binnen na een oproep of na een razzia.
De razzia’s werden vooral vanaf september 1942 gebruikt om joden op te pakken.
Na binnenkomst begon voor velen het wachten.
Dit duurde uren, vaak dagen of soms zelfs weken.
Vele gevangenen in de Hollandsche Schouwburg probeerden verwoed met hulp van medewerkers van de Joodse Raad om een vrijstelling te krijgen en zo te ontkomen aan de val of ze probeerden te ontsnappen.
Meestal lukte dat niet.
Walter Süskind.
Walter Süskind (1906-
Samen met zijn vrouw Johanna Natt en zijn dochtertje Yvonne woonde hij vanaf maart 1942 aan de Nieuwe Prinsengracht in Amsterdam.
Evenals vele anderen werkte Süskind voor de Joodse Raad.
Door die raad was hij aangesteld als beheerder van de Hollandsche Schouwburg.
In die functie was hij in staat met de persoonsgegevens van vooral kinderen te manipuleren.
Ook zijn goede relatie met de Duitse autoriteiten kwam hem in zijn verzetswerk van pas.
Süskind had samen met Aus der Fünten op school gezeten en gebruikte dat als afleiding, zodat Aus der Fünten niet doorkreeg dat het kaartsysteem niet klopte.
De directrice van de crèche op de Plantage Middenlaan zette samen met Süskind een systeem op om joodse kinderen uit de Schouwburg via de crèche te laten onderduiken.
Baby's werden achterom door de tuin naar de, twee huizen verderop gelegen, Hervormde Kweekschool gebracht.
Vandaar gingen ze in rugzak of boodschappentas naar buiten.
Mede dankzij Walter Süskind werden ongeveer 600 kinderen op deze wijze gered.
Het verzetswerk dat Süskind en de zijnen verrichtte, gebeurde geheel op eigen risico zonder dat de leiding van de Joodse Raad daar iets vanaf wist.
De leiding zou dit direct verboden hebben.
Walter Süskind werd in 1944 met zijn vrouw en dochtertje naar Westerbork gevoerd.
Zijn relaties met de SS leiding van de Hollandse Schouwburg waren echter zo goed, dat hij naar Amsterdam mocht terugkeren.
Hij koos echter voor zijn gezin en keerde terug naar Westerbork.
Hij wilde daar het zelfde gaan doen wat hij in de Schouwburg deed, namelijk manipuleren met kaarten en zo mensen laten ontsnappen.
Dit zou hem in conflict hebben gebracht met de kampleiding, wat zijn deportatie zou hebben bespoedigd.
Zijn vrouw en kind werden reeds in oktober 1944 vermoord in Auschwitz.
Hijzelf overleed op 28 februari 1945 ergens in Midden Europa.
Walter DaSüskind (1906-