©2008, 2009 Alle rechten voorbehouden

Stadswandelingen & Geschiedenis

InZicht

N.H. Kerk.

Stadhuis.

Daendelshuis.

Bakkerijmuseum.

Dijkpoort.

De Fortuin.

Stadspompen.

Franse school.

Pand der Liefde.

Het Hoge Huis.

Hattem.

hattem

Home > Steden > Hattem > Daendelshuis

Het Daendelshuis in Hattem.

 

Het Daendelshuis heeft een rijke renaissancegevel uit 1618

Eigenlijk is de naam Daendelshuis nogal misleidend aangezien Daendels hier niet zelf woonde, maar de ouders van zijn geliefde, Aleida van Vlierden.

Die ouders waren orangisten, aanhangers van stadhouder Willem V.

 

Herman Willem Daendels (1762 – 1818) zelf was een belangrijke Nederlands patriot, militair, politicus en gouverneur-generaal van Nederlands-Indië van 1807 tot 1810.

Patriotten waren de tegenstanders van de orangisten.

 

Het Daendelshuis - Hattem

 

Daendels werd  in Hattem geboren en studeerde rechten aan de Universiteit van Harderwijk.

Hij werd in 1783 advocaat in zijn geboorteplaats.

Zijn vader was lid van de magistraat in Hattem en zodra diens functie bij het stadsbestuur vrij zou komen, zou zijn zoon benoembaar zijn.

In 1786 benoemde stadhouder Willem V echter een orangist in een opengevallen plaats.

Daendels riep op het stadsregeringsreglement buiten werking te stellen.

Een opstand volgde.

 

In september 1786 wisten de troepen van stadhouder Willem V de orde en rust in Hattem te herstellen.

Daendels en andere patriotten namen de wijk naar Zwolle.

Vandaar vluchtte hij met zijn geliefde, Aleida van Vlierden, naar Duitsland.

Nog weer later ging hij naar Duinkerken, Frankrijk waar hij zitting nam in het Bataafse Comité, dat een omwenteling in de Noordelijke Nederlanden voorbereidde.

 

Als brigade-generaal van het door hem opgerichte Bataafs Legioen in het leger van Pichegru, keerde hij 1794 terug in de Nederlanden.

Daarna ging hij als luitenant-generaal over in dienst van de Bataafse Republiek.

 

Herman Willem Daendels

 

Daendels trok zich in de periode 1803 tot 1806 terug in het Heerderdal op de Noord-Veluwe.

Hier kreeg hij van de Bataafsche Republiek 500 morgen (425 hectare) ongecultiveerde heidegrond in eeuwigdurende erfpacht.

Hij ging zich bezighouden met de ontginning van heide tot landbouwgrond en het fokken van schapen.

Zo stichtte Daendels een grootschalige landbouwonderneming in het Heerderdal, landgoed De Dellen genaamd, ten westen van Heerde.

 

In 1807 benoemde koning Lodewijk Napoleon hem tot Gouverneur-Generaal van Nederlands Indië.

Daendels voerde een moderne ambtenarij in en beroofde de afzonderlijke handelsposten van hun bestuurlijke autonomie.

 

Hij organiseerde bestuur en rechtspraak op een moderne manier en ruimde enkele misbruiken en wantoestanden uit de tijd van de Compagnie op.

De zeer kortaangebonden en driftige Gouverneur Generaal had echter ook zwarte kanten.

Zo liet in 1808 drie van diefstal beschuldigde Europeanen nog tijdens hun proces ophangen.

De rechter die protesteerde werd ontslagen...

Verder wist hij zichzelf te verrijken met landgoederen en een lucratief monopolie opde handel in eetbare zwaluwnesten.

 

Na de inlijving van Nederland door Frankrijk (1809) riep keizer Napoleon Daendels in 1810 terug.

Hij werd benoemd tot commandant van een divisie van het napoleontische leger, en nam deel aan de veldtocht van Napoleon naar Rusland.

 

Na de val van Napoleon (1814), verzocht Daendels Willem I om een nieuwe betrekking. Hij werd in 1815 benoemd tot Gouverneur-Generaal van de Nederlandse bezittingen aan de Afrikaanse Goudkust.

Alles wat hij daar ondernam mislukte.

Daendels overleed tenslotte in 1818 aan malaria en werd bijgezet in het grafmonument op de Nederlandse begraafplaats te Elmina (Ghana).

 

Daendels

 

Daendelshuis - Hattem