De zuidzijde van de huidige Melkmarkt was vroeger de achterkant van de Voorstraat.
De Voorstraat bestaat uit een dekzandrug.
Op de flank daarvan liggen huizen die uitkomen op de Grote Aa (de latere Melkmarkt).
Deze bewoning gaat in ieder geval terug tot in de 11de eeuw.
De toen ontstane perceelsindeling van 6 meter smalle, langgerekte stukken grond is grotendeels intact gebleven tot ver in de 20ste eeuw.
De achtererven waren perceelsgewijs opgehoogd, gescheiden door dikke rijen verticaal in de grond gedreven palen.
Duidelijk is dat de Voorstraat hier een directe relatie had met de Grote Aa.
Zicht op Voorstraat (l) en Melkmarkt (r)
Vanaf de eerste helft van de 16de eeuw komt er een drastische omslag in dit gebied. Tussen de op de Voorstraat georiënteerde huizen en de Grote Aa komt een nieuwe straat.
De achterkanten van de huizen aan de Voorstraat worden nu voorkanten die gericht worden op de Grote Aa (Melkmarkt).
De aanleg-
Vanaf die 16de eeuw ontstaan aan de Melkmarkt statige huizen waarin aanzienlijke families hebben gewoond.
Melkmarkt -
Stedelijk Museum Zwolle aan de Melkmarkt
Het pand aan de Melkmarkt waar nu het Stedelijk Museum is gehuisvest, stamt uit de 16e eeuw.
Het huis werd gebouwd voor Engelbert van Ensse, drost van Coevorden en Drente, rentmeester van Salland, Vollenhove en Kuinre.
Van Ensse was een vermogend man.
In 1628 was dit Drostenhuis het grootste huis in de wijk Voorstraat, één van de vier wijken van Zwolle.
Het is een L-
Aremberg, Alva en Willem van Oranje hebben in deze woning gelogeerd.
De voorgevel is rond 1760 in rococostijl gemoderniseerd, toen Gerrit Albert Pot de beschikking over het pand kreeg.
Gerrit Albert Pot was in die tijd één van de rijkste inwoners van Zwolle.
Voorgevel Stedelijk Museum
In 1904 betrok de voorloper van het huidige museum het pand.
Achterzijde Stdelijk Museum
De oude gotische tuingevel van het Drostenhuis werd tijdens een ingrijpende restauratie in 1965 en 1966 gerestaureerd, de museumpanden aan de Voorstraat en het postkantoor aan de Melkmarkt werden gesloopt. Dit alles omdat er plannen waren voor een uitbreiding van het museum. Diverse ontwerpen voor nieuwbouw zouden de revue passeren, o.a. een plan van Aldo van Eyck, maar pas dertig jaar later werd de uitbreiding van de Zwolse architect Gerard van de Belt geopend.
Vrouwenhuis -
Het gebouwencomplex waarin nu het Vrouwenhuis in gevestigd is stamt uit de 14e -
De voorgevel is gebouwd in het begin van de 17e eeuw.
Het echtpaar Pieter Soury, burgemeester van Zwolle, en Aleijda Wolfsen, schilderes, bepaalden rond 1680 voor een belangrijk deel de vormgeving van het huis zoals het er nu nog uitziet.
Het werd in 1742 door de volgende bewoonster, Aleida Greven, nagelaten als hofje voor “oude vrouwen en vrijsters”.
De bejaarde vrouwen kregen elk een eigen kamer en mochten daar gratis wonen.
Bovendien kregen zij elke maand een toelage.
Gevelsteen Vrouwenhuis
De eerste bewoonster van het Vrouwenhuis was Sophia Jans, voor tientallen jaren dienstbode bij Aleida Greve.
Na de dood van haar meesteres kon zij nog zeven jaar genieten van een welverdiende rust in 'haar' huis, ondersteund door een welverdiend jaargeld dat Aleida Greve haar naliet.
Achterzijde Vrouwenhuis