De eerste beschikbare informatie over de joodse gemeenschap in Zwolle leidt terug tot het begin van de veertiende eeuw.
Op dat moment woont er een klein aantal Joden, oorspronkelijk afkomstig uit Westfalen.
In 1349 echter wordt de gemeenschap in zijn geheel uitgeroeid als gevolg van vervolgingen; aanleiding: de pestepidemie.
Aan het begin van de vijftiende eeuw vestigen zich opnieuw enkele joden in Zwolle. In 1490 maakt een verbod van het stadsbestuur een einde aan hun verblijf.
Pas in 1746 krijgen de Joden in Zwolle het recht om hun godsdienst openlijk te belijden.
Samuel Hirsch synagoge -
De huidige synagoge is in 1899 gebouwd, naar een ontwerp van architect Koch.
Zoals gebruikelijk bij een synagoge gebouw is de richting oost -
Gedenksteen
In de oorlog weet slechts een kwart van de Zwolse Joden onder te duiken, en zo de oorlog te overleven.
De Duitse autoriteiten leggen beslag op de synagoge en gebruiken het gebouw als opslagplaats voor de meubels van de gedeporteerde Joden.
De Torarollen en de rituele voorwerpen worden gelukkig tijdig verstopt, evenals het archief.
De secretaris, de heer N. Zwaanenburgh, geeft bij het bestuur aan dat hij het archief op een goede plek zal verstoppen met de bedoeling het na de oorlog weer te voorschijn te halen, maar hij, zijn vrouw (een dochter van rabbijn Samuel Juda Hirsch) en hun in Sobibor geboren dochtertje Mirjam keren echter niet terug naar Zwolle; ze worden in 1942 in Sobibor vergast.
Het archief is tot op dit moment nog niet gevonden.
Bij de herinwijding van de synagoge wordt de straat genoemd naar Samuel Juda Hirsch
(1872-
Door zijn werkkracht, vroomheid, bescheidenheid, liefdadig werk en principiële houding
was hij in vele joodse en niet-
Hirsch stierf een natuurlijke dood en is in 1941 onder grote belangstelling op de joodse begraafplaats in Zwolle begraven.