©2008, 2009 Alle rechten voorbehouden
In 1232 verleende Hendrik I, hertog van Brabant, Eindhoven stadsrechten.
Het document waarin Eindhoven stadsrechten krijgt is bewaard gebleven.
Hoe groot denkt u, dat het document was?
In totaal niet meer dan 11 regels Latijnse tekst, inclusief aanhef en beëindiging!
In deze 11 regels werd vastgelegd:
-
-
-
-
U zult zich afvragen hoe het kan dat deze belangrijke zaken in slechts 11 regels waren vastgelegd.
Het antwoord is simpel: omschreven was dat de burgers van Eindhoven dezelfde rechten kregen als de burgers van ‘s Hertogenbosch.
En het document waarin dát was vastgelegd was veel uitvoeriger opgesteld.
Over de geschiedenis van Eindhoven in de Middeleeuwen weten we weinig.
Dat komt omdat de archieven bij plunderingen en stadsbranden verloren zijn gegaan.
De plattegrond van de stad rond 1560 heeft men weten te reconstrueren.
Eindhoven rond 1560
De structuur van het huidige centrum is daarin moeiteloos terug te vinden.
In het noorden ligt de Woenselse Poort.
De resten daarvan zijn onlangs gevonden bij archeologisch onderzoek op het 18 Septemberplein, voor de Bijenkorf.
beeld van Anton Philips voor Eindhoven CS
In Amsterdam deed ir. Gerard Philips in 1890 zijn eerste proeven met het maken van gloeilampen en ontstond de gedachte een eigen bedrijf op te richten.
Een jaar later verhuisde hij naar Eindhoven.
Hij kocht er, met geld van zijn kapitaalkrachtige vader, een leegstaand fabriekje.
In 1895 kreeg Gerard hulp van zijn broer Anton, die vooral commerciële talenten bezat.
Gezamenlijk bleek het duo over gouden handen te beschikken.
Nog geen tien jaar later, omstreeks 1900, behoorde Philips tot de top van de Europese gloeilampen fabrikanten.
In 1914 richtte Gerard Philips het Natuurkundig Laboratorium op, dat uitgroeide tot de bakermat van vele nieuwe technologieën.
Op dit Natlab begon men bijvoorbeeld met de ontwikkeling van röntgenbuizen en radiobuizen: de basis van de latere divisies Medische Systemen en Consumentenelektronica.
Toen de aanvoer van gassen en glas voor de gloeilampen in de Eerste Wereldoorlog
stagneerde, richtte Philips eigen toeleverende bedrijven op en begon het ook met
het opzetten van eigen buitenlandse productie-
Zo ontstond al ruim vóór de Tweede Wereldoorlog een technologisch geavanceerd en internationaal opererend concern, dat in 1939 in totaal 45.000 mensen in dienst had, van wie 19.000 in Nederland.
Mede door die reeds vergevorderde internationalisering kon Philips de Tweede Wereldoorlog goed doorstaan.
Wel werden de complexen in Eindhoven meerdere keren gebombardeerd door de geallieerden.
Ook woonwijken – in de baan van de bommenwerpers – werden zwaar getroffen.
In de jaren vijftig profiteerde het concern sterk van de enorme welvaartsstijging.
Radio's, televisies en koelkasten werden bij miljoenen verkocht.
Tot 1980 waren Philips en Eindhoven zeer innig met elkaar verbonden.
Sport werd bedreven op Philipscomplexen, naar sport gekeken bij de Philips Sport
Vereniging(en), gewoond in huizen van Woningbouwvereniging Hendrik van Lotharingen
(van Philips), voor ontspanning was er het Philips Ontspannings Centrum, voor je
gezondheid het Philips Gezondheids Centrum, voor je scholing de Philips basis-
En voor je werk – uiteraard – het bedrijf zelf.
In de Lichttoren, de enorme complexen aan de Emmasingel, het 25 hectare grote complex van Strijp S met de Hoge Rug, het Klokgebouw en het Veemgebouw, Het NatLab, en de trits bedrijfshallen naast het spoor.
Begin jaren tachtig werd de band met Eindhoven geleidelijk losser en al helemaal toen Philips zijn hoofdkantoor eind jaren negentig naar Amsterdam verplaatste.
De dominantie van Philips in Eindhoven is daardoor sterk afgenomen.
In de jaren zestig werkten er bij Philips Eindhoven nog zo’n 40.000 mensen, in 2007 waren het er nog maar 17.000.